The word of 12 September 2021 was:
onbescheiden
on·be·schei·den (bijvoeglijk naamwoord)
= immodest
= indiscreet
= presumptuous
on- = un-
bescheiden = modest, discreet
"Het klinkt onbescheiden, maar ik ben ervan overtuigd dat mijn dood ook een aantal mensen zal inspireren, een dozijn of twee schat ik." – Arnon Grundberg, in: De Correspondent (2015)
"Het lijkt een nogal onbescheiden vraag aan dames van halverwege de twintig: heb je een relatie en wil je familie dat je gaat trouwen?" – in: Trouw (2021)