The word of 23 December 2010 was:
kraker
(de) kra·ker (zelfstandig naamwoord)
= squatter
kraken = to crack, to break open, to squat
The noun kraker can have several other meanings, which are probably all less common than 'squatter', such as 'smash hit', 'chiropractor', or 'exciting match between equally strong sport teams'.
"De krakers in Amsterdam hebben een gigantische puinhoop achtergelaten in de panden die ze gekraakt hadden." – in: De Telegraaf (2010)
"Zoals de uitspraak van de rechter nu staat hebben krakers wederom het recht om hun ontruiming aan te vechten." – Sjerp van Wouden, in: De Socialist (2010)