The word of 12 July 2021 was:
aanvoerder
(de) aan·voer·der (zelfstandig naamwoord)
= leader, commander, captain
aanvoeren = to (take the) lead
"De Deense aanvoerder Simon Kjaer schuift de bal in eigen doel." – in: NOS.nl (2021)
"Maar [Robert] Mugabe mag zichzelf voordoen als de aanvoerder van deze strijd voor gerechtigheid, uiteindelijk gaat het hem maar om één ding: het behoud van de macht." – Esther Bootsma, in: Trouw (2001)