The word of 27 June 2021 was:
schateren
scha·te·ren (schaterde, geschaterd) (werkwoord)
= to roar (with laughter)
"Ze begint te schateren bij de herinnering." – Hanneke van Houwelingen, in: PZC (2019)
"Het was énig en iedereen juichte en klapte, ook de prinses die voor het eerst sinds lange tijd schaterde van het lachen." – Annie M.G. Schmidt, in: Heksen en zo (1964/1997/2004)