The word of 11 June 2021 was:
opbeurend
op·beu·rend (bijvoeglijk naamwoord)
= cheering, comforting
opbeuren = to cheer up
"Het is opbeurend te horen dat Lena door buurvrouwen is opgevangen." – Mirjam Schöttelndreier, in: de Volkskrant (1997)
"Het was een opbeurende onderbreking van de niet-aflatende stroom van narigheid op de televisie." – Martin Reints, in: De Groene Amsterdammer (2015)