The word of 10 June 2021 was:
treuzelaar
(de) treu·ze·laar (zelfstandig naamwoord)
= dawdler
treuzelen = to dawdle, to linger
"Randy Newman is de eerste om toe te geven dat hij een treuzelaar is." – in: Trouw (2008)
"In de spits is het altijd dringen en gedoe, natuurlijk is er een treuzelaar die ter plekke de kaart moet zoeken in z'n tas. " – in: NRC Handelsblad (2014)