The word of 2 May 2021 was:
kreukelig
kreu·ke·lig (bijvoeglijk naamwoord)
= crumpled, creased
kreukelen = to crumple, to crease
"[H]ij draagt een kreukelig pak en kijkt vermoeid." – Simone van Driel, in: NRC Handelsblad (2013)
"[Marine] Bresta's wijsvinger gaat langs de getallen op een kreukelige rekening." – Arjen van der Ziel, in: de Volkskrant (2011)