The word of 17 April 2021 was:
blaker
(de) bla·ker (zelfstandig naamwoord)
= chamberstick
"Het is een windstille Zweedse zomernacht. Het glas is gevuld, de kaars in de blaker brandt, de pen ligt gereed. Maar de nacht wordt geen nacht: we zijn in het noorden." – H.C. Ten Berge, in: De Groene Amsterdammer (1994)
"Ze ging zoeken met een blaker op den zolder." – Antoon Coolen, in: Peerke den Haas (1936/1946/2019)