The word of 10 December 2010 was:
dadelijk
da·de·lijk (bijvoeglijk naamwoord)
= direct, immediate
= in a moment
daad = deed
-lijk = -ly
"Mogelijk is de weerzin dadelijk weg als blijkt dat er (...) geen hoofddoekjesbelasting, geen bouwstop voor moskeeën of etnische registratie komt." – Aukje van Roessel, in: De Groene Amsterdammer (2010)
"Het leek dus, alsof (...) de zaak nog niet beslist was. Maar dat was slechts schijn, zoals we dadelijk zullen zien." – A. Algra & H. Algra, in: Dispereert niet (1978)