The word of 10 April 2021 was:
knikkeren
knik·ke·ren (knikkerde, geknikkerd) (werkwoord)
= to shoot marbles
knikker = marble
"Ze was met haar vriendinnen aan het knikkeren." – Kester Freriks, in: NRC Handelsblad (2019)
"Als kind kon Winy Maas al niet om de varkens heen: hij woonde in Brabant, en ook nog vlak bij een slachterij, waar hij knikkerde met de ogen van geslachte varkens." – Jelmer Mommers, in: De Groene Amsterdammer (2012)