The word of 9 April 2021 was:
trouwerij
(de) trou·we·rij (zelfstandig naamwoord)
= wedding
trouwen = to marry
"Voor hun trouwerij kozen ze een luxe hotel in Rosario, de Argentijnse stad waar ze beiden zijn opgegroeid." – in: NOS.nl (2017)
"Jaarlijks worden in Utrecht zo'n duizend huwelijken gesloten. Een deel van die trouwerijen heeft plaats in het gemeentehuis van Zuilen." – in: de Volkskrant (1997)