The word of 26 March 2021 was:
onkreukbaar
on·kreuk·baar (bijvoeglijk naamwoord)
= uncrushable
= unimpeachable
on- = un-
kreuken = to crease, to rumple, to crumple
-baar = -able
"Zijn onkreukbare reputatie staat op het spel." – Elske Schouten, in: NRC Handelsblad (2010)
"Een politicus moet dus integer en onkreukbaar handelen gezien zijn verantwoordelijkheid voor het publieke belang." – Marcel ten Hooven, in: De Groene Amsterdammer (2010)