The word of 25 January 2021 was:
overpeinzen
o·ver·pein·zen (overpeinsde, overpeinsd) (werkwoord)
= to ponder, to reflect on
over = over
peinzen = to contemplate
"Al fietsend en puffend over de steile weg naar boven overpeinst hij wat er de afgelopen avond is gebeurd, toen hij in het restaurant waar ze zaten zijn vrouw Theresa zag flirten en dansen met een Fransman." – Michel Krielaars, in: NRC Handelsblad (2020)
"En natuurlijk overpeinsde ik hoe afhankelijk we zijn geworden van de techniek." – Willy Wielek, in: Trouw (1996)
"Hoewel mijn eigen boekenlast zich nog vrijwel dagelijks uitbreidt, kon ik het niet laten te overpeinzen wat ik zou behouden als ik gedwongen zou worden de kast met studieboeken te 'reorganiseren' in de moderne betekenis van: inkrimpen." – Marita Mathijsen, in: Nederlandse Letterkunde (1997)