The word of 22 January 2021 was:
bijkomstig
bij·kom·stig (bijvoeglijk naamwoord)
= accidental, incidental, inessential
"De effecten waren meer dan bijkomstig." – Samuel de Lange, in: NRC Handelsblad (1999)
"In veel arme landen speelt tijdens economische crisis nog een bijkomstig probleem. Daar verhinderen ouders hun kinderen, meestal de meisjes, dan om naar school te gaan." – in: Algemeen Dagblad (2020)