The word of 19 October 2020 was:
janken
jan·ken (jankte, gejankt) (werkwoord)
= to cry, to whine, to blubber
"Maar altijd als ik goed gejankt heb en emotioneel helemaal leeg ben, dan kan ik er weer tegenaan." – Karina van der Werf, in: de Volkskrant (2015)
"Mijn vader zegt dat violen janken als katten omdat de snaren van een viool van darmen van katten zijn gemaakt en daarom janken ze nog lang door." – Leon Gommers, in: De Revisor (1994/2013)