The word of 12 October 2020 was:
kleinzielig
klein·zie·lig (bijvoeglijk naamwoord)
= petty, narrow-minded
klein = small
ziel = soul
"Het voelt zo kleinzielig om te doen alsof de wereld nu vergaat." – Sarah van Binsbergen, in: Hard//hoofd (2016)
"Maar ik ontdekte een wereld van kleinzielige, ruziënde werkers, die daar vaak alleen zaten omdat ze geen idee hadden wat ze anders moesten doen." – Benjamin Barber (citaat), in: De Groene Amsterdammer (2017)