The word of 16 November 2010 was:
ontplooien
ont·plooi·en (ontplooide, ontplooid) (werkwoord)
= to unfold
= to develop
ont- = un-
plooi = fold (commonly used natura for textile)
plooien = to fold, to make folds
The word 'ontplooien' is related to the English 'to deploy', which in its turn comes from the French word 'déployer', meaning 'to unfold', 'to develop', or 'to deploy'.
"We moeten voorwaarden scheppen opdat de mensen zich kunnen ontplooien." – Opheffer (Theodor Holman), in: De Groene Amsterdammer (1996)
"Ook [Desi] Bouterse bleef op politiek gebied en als ondernemer een belangrijke rol spelen. Daarnaast ontplooide hij lucratieve activiteiten in de cokehandel." – in: de Volkskrant (2010)