The word of 16 June 2020 was:
zemelen
ze·me·len (zemelde, gezemeld) (werkwoord)
= to twaddle, to whine, to nag
"Er wordt vaak gezemeld over de oorspronkelijkheid van tv-programma's — ook door mij trouwens." – Frank Heinen, in: de Volkskrant (2018)
"Ze wil de eerste volwassen man die haar serieus neemt verleiden en dan begint hij te zemelen over haar leeftijd, zijn vrouw en de vrouwelijke eerbaarheid die hij zo respecteert." – in: NRC Handelsblad (1990)