The word of 22 May 2020 was:
flaneren
fla·ne·ren (flaneerde, geflaneerd) (werkwoord)
= to stroll to be seen, to parade
"De Fransen flaneren weer over de Champs-Élysées in Parijs, nu de maatregelen zijn versoepeld." – in: BN/De Stem (2020)
"Wie op reis gaat naar de Verenigde Arabische Emiraten (VAE), weet dat je daar beter niet met blote benen of een diep decolleté kunt flaneren." – Amber Dujardin, in: Trouw (2016)