The word of 11 May 2020 was:
ontaarden
ont·aar·den (ontaardde, ontaard) (werkwoord)
= to degenerate, to deteriorate
ont- = de-
aarden = to resemble, to thrive, to earth
"Aanvankelijk omarmde ze de nieuwe vrijheid, maar ook die situatie zag ze allengs ontaarden (...)" – Margreet Fogteloo, in: De Groene Amsterdammer (2019)
"Een ruzie tussen een Eindhovenaar en zijn moeder om een mp3-speler is in de nacht van vrijdag op zaterdag ontaard in een vechtpartij." – in: Eindhovens Dagblad (2008)