The word of 10 May 2020 was:
luttel
lut·tel (bijvoeglijk naamwoord)
= little, mere
"Lachgas zit onder meer in de patronen voor slagroomspuiten die op internet en in winkels als Blokker voor een luttel bedrag te koop zijn." – Iris Pronk, in: Trouw (2014)
"In de luttele minuten die restten tot de rust liet Feyenoord weer even van zich horen." – in: NOS.nl (2018)