The word of 8 May 2020 was:
inspreken
in·spre·ken (sprak in, ingesproken) (werkwoord)
= to record
= to talk into
= to voice one's opinion
in = in
spreken = to speak, to talk
"Inwoners en belanghebbenden bij een besluit van de gemeente Deventer kunnen binnenkort bij een vergadering van de gemeenteraad inspreken." – in: Algemeen Dagblad (2019)
"Op mijn mobiele telefoon heb ik als voicemailbericht ingesproken dat ik mijn voicemail niet afluister en vraag ik of bellers een berichtje (whatsapp of sms) willen sturen." – in: Trouw (2013)
"In aanloop naar de wedstrijd tegen Nigeria nam bondscoach Peter van der Veen hem daarom even apart om hem moed in te spreken." – Lentin Goodijk, in: Voetbal International (2019)