The word of 7 May 2020 was:
aandrang
(de) aan·drang (zelfstandig naamwoord)
= urge, urging, instigation
aan = on, at
drang = urge, pressure
"De helft van hen heeft bij aandrang binnen vijf minuten een toilet nodig." – in: De Telegraaf (2017)
"Op aandrang van Freddie Goedhart nam hij in 1970 deel aan het scheidsrechtersexamen." – Ricky W. Stutgard, in: De eerste Surinaamse sportencyclopedie (1893-1988) (1990/2011)