The word of 24 April 2020 was:
jennen
jen·nen (jende, gejend) (werkwoord)
= to badger, to pester
"Hij liet zichzelf zien in een gestolen politie-uniform en jende agenten op straat." – Herre Stegenga, in: Algemeen Dagblad (2017)
"De glaasjes champagne waar de heren en dames van Wall Street aan nipten, terwijl ze vanaf een balkon grinnikend op de acties neerkeken, puur om de boel te jennen, waren dan ook bijzonder misplaatst." – Kelli van der Waals, in: Hard//hoofd (2011)