The word of 6 March 2020 was:
slingeren
slin·ge·ren (slingerde, geslingerd) (werkwoord)
= to swing, to fling, to sway, to wind, to meander
"Maar columnisten en politici slingeren de ene na de andere mening de lucht in als betrof het de absolute waarheid." – in: HP/De Tijd (2011)
"De appende jongen slingerde op zijn fiets, raakte de stoeprand, verloor de macht over het stuur en vloog met fiets en al over het troittoir waar ik liep, zonder smartphone." – Olaf Tempelman, in: de Volkskrant (2018)
"[Arthur] Schopenhauer zag de mensheid als pendule die slingert tussen het verdriet van onvervulde verlangens aan de ene –en de verveling van vervulde verlangens aan de andere kant." – Iduna Paalman, in: Hard//hoofd (2019)