The word of 3 March 2020 was:
onwillekeurig
on·wil·le·keu·rig (bijvoeglijk naamwoord)
= involuntarily
on- = un-, non-
willekeurig = arbitrary, random, voluntary
"Naast de onwillekeurige lach is er de sociale lach, een machtig wapen." – Dirk Vlasblom, in: NRC Handelsblad (2005)
"Na het hardlopen kan een beenspier onwillekeurig blijven samentrekken." – Ellen de Visser, in: de Volkskrant (2014)