The word of 30 October 2010 was:
oppeuzelen
op·peu·ze·len (peuzelde op, opgepeuzeld) (werkwoord)
= to eat up, to munch, to devour
op = up
peuzelen = to eat small bits and pieces
"Voor extra warmte steek je een aantal vuurkorven aan en schenk je warme light chocolademelk met een scheutje rum. Gezellig, verhalen vertellen bij het vuur en gegrilde worstjes oppeuzelen van de barbecue." – Laura Baar, in: De Telegraaf (2009)
"De Luftwaffe had namelijk twee hazen geschoten en bracht die bij ons om te laten braden. Wij hebben toen twee honden gebraden en aan hen gegeven, terwijl wijzelf de hazen hebben opgepeuzeld! De volgende dag was het oordeel van de Duitsers: 'Het smaakte prima lekker!!'" – J. Presser, in: Ondergang (1985)