The word of 16 February 2020 was:
schikken
schik·ken (schikte, geschikt) (werkwoord)
= to arrange, to order
= to settle
"We hebben hem al vier, vijf keer een voorstel gedaan om te schikken. Maar hij vond dat hij niks fout had gedaan." – Bert-Jan van den Akker (citaat), in: Dagblad van het Noorden (2017)
"De eigenaar schikte zijn assortiment een aantal keer per week, ruimde dan de schappen leeg en stofte zijn producten met zorg af (...)" – Roos van der Lint, in: De Groene Amsterdammer (2018)