The word of 16 January 2020 was:
stroper
(de) stro·per (zelfstandig naamwoord)
= poacher
stropen = to poach
"Vroeger was ik zelf een stroper." – Lkilet (citaat), in: De Groene Amsterdammer (2016)
"In het hart van Botswana hebben stropers de afgelopen weken bijna negentig olifanten gedood en van hun slachttanden ontdaan." – Christiaan Paauwe, in: NRC Handelsblad (2018)