The word of 14 January 2020 was:
erkentelijk
er·ken·te·lijk (bijvoeglijk naamwoord)
= thankful, grateful
erkennen = to recognize, to acknowledge
"Ik ben de Duitsers zeer erkentelijk voor hun hulp." – Bert Koenders (citaat), in: De Telegraaf (2016)
"Zijn slotpleidooi begint met erkentelijke knikjes naar rechter O-gon Kwon die een soort goede bekende is geworden." – Olaf Tempelman, in: de Volkskrant (2014)