The word of 12 January 2020 was:
weken
we·ken (weekte, geweekt) (werkwoord)
= to soak
The word 'weken' can also be the plural past tense of the verb 'wijken' or the plural form of the noun 'week'.
"In zijn appartement vond men een paar rode sokken die lagen te weken in de afvoerbak." – Serge van Duijnhoven, in: De Groene Amsterdammer (1999)
"Voor consumptie moeten peulvruchten eerst worden geweekt en daarna gekookt." – Sonja van de Rhoer, in: Trouw (1996)