The word of 9 January 2020 was:
slungel
(de) slun·gel (zelfstandig naamwoord)
= lanky/gawky person
"Een slungel van een vent was het, minstens een kop groter dan ik." – Anna Blaman, in: Vrouw en vriend (1969/2017)
"Twee lange slungels met blonde stekels, dansen op de muziek van Daddy Yankee alsof het een volkshit van André Hazes is." – Kim van Keken & Aimée Kiene, in: de Volkskrant (2005)