The word of 2 January 2020 was:
dichtritsen
dicht·rit·sen (ritste dicht, dichtgeritst) (werkwoord)
= to zip up
dicht = closed, shut
ritsen = to zip
"Deze correspondent verloor laatst haar portemonnee. (...) Ik kwam er pas een kwartier of wat later achter, toen mijn rugzak open bleek te staan, die ik zelf in de eerste plaats niet helemaal had dichtgeritst." – Ana van Es, in: de Volkskrant (2019)
"Hij kon zijn spijkerbroek alleen liggend dichtritsen waarbij zijn enkels en voeten buiten de tent staken. " – Maaike Olde Olthof, in: De Telegraaf (2018)