The word of 24 December 2019 was:
sneuvelen
sneu·ve·len (sneuvelde, gesneuveld) (werkwoord)
= to fall, to break, to get smashed, to be killed
"Als Europa open staat voor politieke systemen waarin mensenrechten sneuvelen, ondermijnt het zichzelf." – Nausicaa Marbe, in: de Volkskrant (2008)
"In deze strook zijn duizenden militairen gesneuveld wanneer er weer een aanval werd uitgevoerd in een poging om enkele meters terreinwinst te boeken." – Joost Vermeulen, in: NRC Handelsblad (2018)