The word of 14 December 2019 was:
ijsberen
ijs·be·ren (ijsbeerde, geijsbeerd) (werkwoord)
= to pace back and forth
ijsbeer = polar bear
"Ik heb een uur lang door mijn hotelkamer geijsbeerd." – Charles B. Timmer, in: De Tweede Ronde (1982/2017)
"Wie herinnert zich niet de ijsbeer die altijd ijsbeerde?" – Jantine Leeflang, in: NRC Handelsblad (2018)