The word of 4 December 2019 was:
komen aankakken
ko·men aan·kak·ken (uitdrukking)
= to turn/show up without urgency, to come sauntering in
komen = to come
aan = on, to
kakken = to shit
"Om half elf kwam de eigenaresse aankakken." – Carlijn Vis, in: HP/De Tijd (2014)
"Ik heb me wel aan hun geërgerd. Waren wij drie kwartier voor de training bij het ijs, kwamen zij tien minuten voor tijd aankakken." – Renate Groenewold (citaat), in: de Volkskrant (2003)