The word of 17 November 2019 was:
onontkomelijk
on·ont·ko·me·lijk (bijvoeglijk naamwoord)
= inevitable
on- = un-
ontkomen = to escape
"Als de voorstelling goed loopt, zit je aan het einde te janken, dat is bijna onontkomelijk." – Jeroen Kriek (citaat), in: Trouw (1999)
"Dat leidde tot de onontkomelijke conclusie dat het heelal steeds sneller is gaan uitdijen." – Rien van de Weijgaert (citaat), in: NRC Handelsblad (2011)