The word of 13 October 2019 was:
oppassen
op·pas·sen (werkwoord)
= to look out, to be careful
= to baby-sit
op = on
passen = to look (after), to take care (of)
"Wellicht kunnen jullie elkaar helpen door op elkaars kindjes te passen." – in: De Telegraaf (2014)
"Het blijft oppassen met de kosten en voorwaarden die autoverhuurders hanteren." – Niels Waarlo, in: de Volkskrant (2018)