The word of 1 October 2019 was:
slungelig
slun·ge·lig (bijvoeglijk naamwoord)
= lanky, gawky
slungel = beanpole
"Hij staat er slungelig bij, alsof hij zich het liefst zo snel mogelijk zou verstoppen." – Sandra Smallenburg, in: NRC Handelsblad (2017)
"Dat een slungelige jongen met een hoge stem hierover rapt, maakt het eigenlijk al een parodie." – Haro Kraak, in: de Volkskrant (2019)