The word of 29 September 2019 was:
kraken
kra·ken (kraakte, gekraakt) (werkwoord)
= to crack, to creak
= to break into, to squat
"In vakantietijd is het gemakkelijker onopgemerkt te kraken." – Eppo König, in: NRC Handelsblad (2019)
"Ja, ook het 27-jarige lijf van Kiki Bertens kraakte en piepte." – Hans Ruggenberg, in: De Telegraaf (2019)