The word of 13 September 2019 was:
inkoken
in·ko·ken (kookte in, ingekookt) (werkwoord)
= to boil down, to reduce
in = into itself
koken = to boil
"Laat dit op hoog vuur inkoken tot ongeveer een kwart." – Loethe Olthuis, in: de Volkskrant (2018)
"Het vocht moet dan zijn ingekookt tot een mooie dikke saus." – Janny de Moor, in: Trouw (2005)