The word of 1 September 2019 was:
goot
(de) goot (zelfstandig naamwoord)
= drain, gutter
"Aan de rand van de weg ligt een goot met een hoge betonnen rand." – Thijs Zonneveld, in: Algemeen Dagblad (2016)
"We hebben de zwerver uit de goot gehaald, steken hem in een strak pak en sturen hem naar de kapper." – Björn Ottenheim (citaat), in: 3voor12 (2008)