The word of 31 August 2019 was:
ongunstig
on·gun·stig (bijvoeglijk naamwoord)
= unfavourable, adverse
gunstig = favourable
"Drankjes als cola en breezers hebben een ongunstige uitwerking op de zuurgraad in de mond, waardoor het glazuur van je tanden kwetsbaar wordt." – Merlijn Draisma, in: Nemo Kennislink (2006)
"De tocht kwam ongunstig in het nieuws vanwege het grote aantal gewonden." – Krista Kroon, in: Trouw (1996)