The word of 28 July 2019 was:
onoverzichtelijk
on·o·ver·zich·te·lijk (bijvoeglijk naamwoord)
= difficult to survey, poorly organized
on- = un-
overzicht = overview
-(e)lijk = -able
"De financiële sector blijft een complexe en onoverzichtelijke industrie, met een krachtige lobby." – Daan van Lent & Egbert Kalse, in: NRC Handelsblad (2010)
"Er is echter zo verschrikkelijk veel beschikbaar dat het onoverzichtelijk begint te worden." – Dirkje Bobbe-Vink (citaat), in: Trouw (2016)