The word of 16 July 2019 was:
pluis
(het/de) pluis (zelfstandig naamwoord)
= (bit of) fluff, fuzz
"Weinig dingen branden zo snel als het pluis van een tampon." – Erik van den Berg (citaat), in: Trouw (2007)
"Tweederde van de volwassenen heeft pluisjes in de navel." – in: NU.nl (2003)