The word of 15 July 2019 was:
snuffelen
snuf·fe·len (snuffelde, gesnuffeld) (werkwoord)
= to sniff
= to nose, to browse
"Ik snuffelde urenlang rond in het museum." – Rob de Nijs (citaat), in: de Volkskrant (2017)
"De dieren, die even schrikken van het vreemde bezoek maar al gauw met hun natte neuzen nieuwsgierig komen snuffelen, doen hun behoefte namelijk boven een rooster achterin de stal." – Marianne Wilschut, in: Trouw (2018)