The word of 30 June 2019 was:

terugkrabbelen

te·rug·krab·be·len (krabbel terug, teruggekrabbeld) (werkwoord)
= to come back, to withdraw

terug = back
krabbelen = to scratch, to scramble, to scrawl

"Ik ben die dag niet teruggekrabbeld. Ik zat op het afgesproken tijdstip op de afgesproken plek (...)." – Els De Temmerman, in: de Volkskrant (1995)

"Rusland heeft ermee ingestemd mee te zullen werken aan het berechten van de daders. Maar je ziet dat Rusland al begint terug te krabbelen." – Sjoerd Sjoerdsma (citaat), in: De Groene Amsterdammer (2015)