The word of 31 May 2019 was:
aangetrouwd
aan·ge·trouwd (bijvoeglijk naamwoord)
= related by marriage
aan = on
trouwen = to marry
getrouwd = married
"Slachtoffer en dader zijn aangetrouwde familie." – in: Het Laatste Nieuws (2017)
"Nog nooit was een aangetrouwd lid van het Koninklijk Huis zo populair." – Janka Stoker, in: Trouw (2011)