The word of 27 April 2019 was:
overvloedig
o·ver·vloe·dig (bijvoeglijk naamwoord)
= abundant
overvloed = abundance
"Vooral het overvloedige water die de orkaan met zich meebrengt zorgt voor problemen." – in: HP/De Tijd (2017)
"Jeugd is in Afrika net zo overvloedig aanwezig als de zon." – Mark Schenkel, in: de Volkskrant (2017)