The word of 28 September 2010 was:
knijper
(de) knij·per (zelfstandig naamwoord)
= clothespin, clothes-peg
knijpen = to pinch
"Maar ik moest denken aan de tenten die ik vroeger bouwde, in onze tuin in Haarlem. (...) In ons voortuintje door vanaf de vensterbank een oud bruin gordijn met bakstenen te verzwaren en met knijpers aan de heg vast te zetten." – Rob Schouten, in: Trouw (2010)
"Marke krijgt op een hometrainer een knijper op haar neus en een rietje in haar mond; zo voelt dat dus als je een astma-aanval of als je COPD hebt." – in: Rtl.nl (2010)